Ablij, P.S.J. 1938. Het kampongbestuur in de onderafdeeling Wadjo (Celebes en onderhoorigheden). Koloniaal Tijdschrift 27(5):532-53.
Braam Morris, D. F. van. 1889. Het landschap Loehoe. Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde 32:497-555.
Celebes (1911) Encyclopaedia Britannica. 11th edition. Vol.5 Slice 5 Cat to Celt pp. 597-99.
Celebes (1869) Aardrijkskundig en Statistisch woordenboek van Nederlandsch Indie Edited by P. J. Veth. Vol. 1, A-J. Pages 228-36. Amsterdam: P.N. Van Kampen.
Friedericy, H.J. 1933. De standen bij de Boegineezen en Makassaren. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië 90(1):447-602.
Hickson. 1887. Notes on the Sengirese. Journal of the Anthropological Institute of Great Britain and ireland 16:136-43.
Radermacher,J.C.M. 1786. Korte beschryving van het eiland Celebes, en de eilanden Floris, Sumbawa, Lombok, en Bali. Verhandelingen Bataviaasch Genootschap 4:199-264.
Raven, H.C. 1932. Bark cloth making in Central Celebes. The Journal of the American Museum of Natural History 32(4):372-83.Spat, C. 1918. De rijkssieraden van Loewoe. Nederlandsch-Indië Oud & Niew 3(2):64-72.
Tideman, J. 1908. De Batara Gowa op Zuid-Celebes. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 61(1):350-90.
Verschuer, F. H. 1883. The Bajo. Translated by David Wilkinson (2017).
Vosmaer, J.N. 1839. Korte beschrijving van de zuid-oostelijk schiereiland van Celebes. Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen 17(1):63-184.
Wallace, Alfred R. 1866. On the progress of civilisation in Northern Celebes. Transactions of the Ethnological Society of London 4:61-70